Een zomerse avond, blote benen en dan… jeuk. Of erger nog: een pijnlijke steek. Insectenbeten zijn vaak onschuldig, maar ze kunnen ook flink irriteren of zelfs gevaarlijk zijn. Gelukkig kun je veel zelf doen om klachten te verlichten en complicaties te voorkomen. In dit artikel leggen we uit hoe je insectenbeten herkent, wat je zelf kunt doen en wanneer je beter even de huisarts belt.
Veelvoorkomende insectenbeten: herkennen en begrijpen
Verschillende insecten zorgen voor verschillende soorten beten of steken. Een goede eerste stap is herkennen welk beestje de boosdoener is.
Muggenbeten zijn het meest bekend: kleine, jeukende bultjes die vooral ’s avonds en ’s nachts ontstaan. Ze zijn vervelend, maar meestal onschuldig.
Wespen-, bijen- en hommelsteken zijn pijnlijker. De huid wordt rood, dik en warm. Bij een steek in de keel of mond, of bij een allergische reactie, is snelle actie nodig.
Tekenbeten vallen vaak niet op, maar kunnen gevaarlijk zijn als de teek de ziekte van Lyme overbrengt. Een rode ring of vlek rond de beet is een alarmsignaal.
Mieren, dazen en vlooien kunnen ook steken of bijten, wat vooral leidt tot jeuk en irritatie.
Wat kun je zelf doen bij een insectenbeet?
In de meeste gevallen kun je een insectenbeet prima zelf behandelen. Hier zijn de belangrijkste stappen:
Was de plek met water en milde zeep om vuil en bacteriën te verwijderen. Koel de beet met een koud kompres of een nat washandje – dit helpt tegen zwelling en jeuk. Gebruik eventueel een verkoelende zalf of gel, zoals mentholgel of calendulazalf. Heb je veel jeuk, dan kan een antihistaminetabletje verlichting geven. Probeer in elk geval niet te krabben: dit maakt de huid kapot en verhoogt de kans op infectie.
In sommige gevallen kun je een insectenbeet ook behandelen met warmte. Dat kan zachter zijn voor de huid en toch evengoed (of beter) werken dan een zalfje.
Bij wespen- of bijensteken is het belangrijk om te checken of de angel nog in de huid zit. Verwijder deze voorzichtig met je nagel of een pincet, maar knijp niet in het gifzakje.
Tekenbeet? Snel handelen is belangrijk
Een teek moet je zo snel mogelijk verwijderen met een speciale tekentang of een puntig pincet. Trek het beestje recht uit de huid zonder te draaien. Noteer de datum van de beet en controleer de plek de komende weken. Zie je een rode kring of vlek? Ga dan naar de huisarts – dit kan wijzen op de ziekte van Lyme. Hoe sneller je erbij bent, hoe beter de behandeling werkt. Lees meer over tekenbeten en Lyme bij het RIVM.
Wanneer moet je naar de dokter?
Meestal hoef je je geen zorgen te maken, maar let op de volgende signalen:
Toenemende zwelling, roodheid of pijn die niet verbetert
Koorts, misselijkheid of algemeen ziek gevoel
Een allergische reactie zoals benauwdheid, huiduitslag of zwelling van gezicht of keel
Een beet in de mond, keel of bij een kind
Een rode kring (bij een tekenbeet)
Bij twijfel geldt altijd: beter een keer te veel naar de huisarts dan te weinig.
Natuurlijk en preventief: wat kun je doen om beten te voorkomen?
Voorkomen is natuurlijk nog beter dan genezen. Smeer jezelf op zomerse dagen in met een anti-insectenmiddel, vooral op blote huid. Draag lichte, lange kleding als je gaat wandelen in het bos of bij stilstaand water. En zorg voor horren of een klamboe in huis, zeker bij open ramen.
Voor wie liever natuurlijk blijft: citronella, lavendelolie of eucalyptusolie kunnen helpen insecten op afstand te houden – al werken ze iets minder lang dan de chemische varianten.
Tot slot: luister naar je lichaam
Een insectenbeet is meestal een klein ongemak, maar het is ook een kans om bewust met je gezondheid om te gaan. Door goed te kijken, te luisteren naar je lichaam en op tijd te handelen, kun je veel ellende voorkomen. Je hoeft geen arts te zijn om goed voor jezelf te zorgen – een beetje kennis en aandacht maken al een groot verschil.